Forse bijbetaling werkgever na waardeoverdracht (ex-) werknemers

Werkgevers met een pensioenregeling bij een verzekeraar, lopen sinds 2008 het risico dat zij in geval van waardeoverdracht door een werknemer, een flinke nota ontvangen. Hoe komt dat?
Sinds 2008 wordt er jaarlijks een rekenrente (standaartarief) vastgesteld waartegen pensioenaanspraken in geval van individuele waardeoverdracht gewaardeerd moeten worden. Hoe lager de rente is, des te hoger de over te dragen waarde van de pensioenpot is.
In hoeverre dat tot een bijbetalingsplicht door de werkgever leidt, is afhankelijk van het verschil met het tarief waartegen het pensioen van die werknemer ooit is ingekocht. Oftewel het verschil tussen de overdrachtswaarde en de daadwerkelijke reserve die hoort bij dat pensioen. Afhankelijk van de hoogte van de rekenrente, maakt het uit of het om een uitgaande of ingaande waardeoverdracht gaat.
Het renteverloop sinds de introductie van het standaardtarief
2008 4,926%
2009 4,533%
2010 4,122%
2011 2,984%
2012 2,802%
2013 2,432%
2014 2,785%
2015 2,156%
2016 1,629%
Tot en met 2010 vooral risico bij inkomende waardeoverdracht nieuw personeel
Tot en met 2010 was de rekenrente hoger dan 4%. De meeste pensioencontracten liepen toen nog tegen een rekenrente van 3% of zelfs 4%. Als een nieuwe werknemer zijn waarde overdroeg, dan kwam er een lager bedrag binnen dan nodig was om dezelfde pensioenaanspraak weer in te kopen. Dit tekort moet door de werkgever worden bijgepast.
Vanaf 2011 verschuiving naar risico bij uitgaande waardeoverdracht
Vanaf 2011 was de rekenrente lager dan 3%. Het risico van bijbetaling bij inkomende waardeoverdracht werd daarmee kleiner en verdween zelfs nagenoeg. naarmate de rente verder daalde. Daar kwam echter voor in de plaats het risico van bijbetaling bij een uitgaande waardeoverdracht. Want als er tegen 4% of 3% een pensioen is ingekocht, dan is de voorziening voor dat pensioen lager dan de wettelijke overdrachtswaarde. De werkgever betaalt deze rekening.
Het gaat de laatste jaren door de extreem lage rente vaak om substantiële bedragen.
Groter risico door verdwijnen zes maandstermijn voor waardeoverdracht
Dit risico van bijbetaling bij uitgaande waardeoverdracht is groter geworden. Tot 2015 moesten werknemers binnen zes maanden waardeoverdracht aanvragen. Die termijn is komen te vervallen voor werknemers die op of na 1-1-2015 in dienst zijn gekomen. Zij mogen ook na zes maanden nog steeds waardeoverdracht aanvragen.
Risico op bijbetaling bij waardeoverdracht ex-werknemers uit (ver) verleden
Als werkgever loop je ook risico over pensioenen van werknemers die al jaren uit dienst zijn. Iemand die al jaren uit dienst is en inmiddels weer toe is aan zijn volgende werkgever, kan namelijk al zijn in het verleden elders opgebouwde pensioenen overdragen naar de pensioenregeling van de nieuwe werkgever. Het kan dus gebeuren dat er door iemand die bijvoorbeeld al 12 jaar uit dienst is, alsnog een flinke bijbetalingsrekening op de mat valt.
Regeling beperking bijbetalingslasten voor alle werkgevers
De politiek heeft pas de laatste jaren oog voor dit probleem. Aanvankelijk was er een beperking van het risico geintroduceerd voor kleine werkgevers. Eind december 2015 is geregeld dat deze regeling met terugwerkende kracht tot 1 januari 2015 geldt voor alle werkgevers.
De werkgever hoeft niet mee te werken aan de waardeoverdracht als:
- de bijbetaling van de werkgever meer bedraagt dan €15.000 én
- meer bedraagt dan 10% van de overdrachtswaarde
Het feit dat aan beide voorwaarden moet worden voldaan biedt niet altijd voldoende bescherming, zie onderstaand voorbeeld:
De bijbetaling is hier wel meer dan €15.000, maar minder dan 10%. Dus de werkgever moet in dit geval toch meewerken aan de waardeoverdracht.
Wat kan ik zelf doen om het risico te beperken?
In de eerste plaats is het bij veel pensioenverzekeraars mogelijk om dit risico te verzekeren. Er is nogal wat verschil in de wijze waarop dit wordt gedekt. De ene uitvoerder dekt het alleen tijdens de looptijd van het contract, bij de ander loopt de dekking ook door tot na het einde van het contract. Zo kan bijvoorbeeld ook alleen inkomende of alleen uitgaande waardeoverdracht zijn gedekt. Dit is een belangrijk aspect bij het kiezen van een nieuwe pensioenuitvoerder.
Een dergelijke verzekering biedt geen dekking over oude pensioencontracten elders.
Goede voorlichting
Werknemers denken onterecht dat ze zichzelf tekort doen als ze geen waardeoverdracht plegen.
Maar waardeoverdracht is lang niet altijd gunstig voor een werknemer. Zo kan een opgebouwd partnerpensioen komen te vervallen doordat de nieuwe pensioenregeling alleen een risico partnerpensioen kent. Of een middelloonpensioen met een gegarandeerde uitkering wordt omgezet in een beleggingspensioen waarbij alle risico’s bij de werknemer liggen. Of een verzekerd wordt overgedragen naar een pensioenfonds met een afstempelrisico..
Als waardeoverdracht niet ongunstig is, dan levert het in de meeste gevallen hooguit voor de werknemer als voordeel op dat alle pensioenen van de werknemer gebundeld zijn. Maar met het nationaal register mijnpensioenoverzicht.nl is dat ook achterhaald.
Door de werknemer goed te informeren over de gevolgen van waardeoverdracht voor zijn pensioen kan hij een beslissing nemen op basis van de juiste gronden en niet meer omdat men denkt dat het moet. Werknemers hebben ook geen weet van de bijbetalingsplicht van de werkgever. De meeste mensen die constateren dat waardeoverdracht voor hen niets oplevert, willen doorgaans met het nadeel voor de werkgever rekening houden als ze daar kennis van nemen.
Door goede informatie bij in- en uit dienst treden kan het aantal waardeoverdrachten dus afnemen. Maar ex-werknemers bereik je hier helaas niet mee.
Het is beslist niet toegestaan om de bijbetalingsplicht te omzeilen door bijvoorbeeld de nota bij de werknemer te leggen of door hem op andere wijze te bewegen om van het recht af te zien. In Artikel 71 lid 6 van de Pensioenwet staat: Elk beding stijdig met dit artikel is nietig. Dit is bewust opgenomen om te voorkomen dat een werkgever op een andere wijze verhindert dat een werknemer van zijn wettelijk recht op waardeoverdracht gebruik maakt.
Wilt u weten wat het risico in uw geval is en wat uw mogelijkheden zijn om dit te beperken?
Neemt u dan contact met ons op.
Automatische waardeoverdracht kleine pensioenen
Sinds 2019 mogen uitvoerders kleine pensioenen ( kleiner dan €503,40 - 2021) automatisch overdragen, als deze op of na 1 januari 2018 premievrij zijn geworden en als het gaat om een wisseling van dienstverband van een werknemer. Dus niet om een collectieve beëindiging van een pensioenregeling bij een uitvoerder. Het probleem is dat bij veel uitvoerders de reden van de beëindiging niet op individueel niveau is te achterhalen.
Veel uitvoerders gaan over tot automatische waardeoverdracht omdat het relatief veel kost om kleine pensioenen te administreren. In geval van verzekerde uitkeringsovereenkomsten (middelloon) kunnen de bijbetalingsverplichtingen ook voor kleine pensioenen heel fors zijn. Daarom is het voornemen om deze buiten de automatische waardeoverdracht te laten.