Pensioen Advies Beheer Communicatie
Juridisch & Actuarieel Pensioenadvies

Ik val onder een verplicht bedrijfstakpensioenfonds. Kan ik vrijstelling krijgen?

 

 

 

 

Als de activiteiten van uw onderneming daadwerkelijk onder de werkingssfeer van een verplichtgesteld BPF vallen, dan kunt u als werkgever wellicht met succes een vrijstellingsverzoek indienen.

In de Wet1 is vastgelegd wanneer een pensioenfondsbestuur vrijstelling moet of mag verlenen. Hieronder gaan we in op de meest voorkomende grond waarop vrijstelling wordt verleend.

 

Vrijstelling in verband met reeds bestaande pensioenregeling

Werkgevers die verplicht worden aangesloten, hebben vaak zelf al een pensioenregeling getroffen. De wet voorziet in een vrijstellingsmogelijkheid in verband met een bestaande pensioenvoorziening. 

De wet stelt duidelijke eisen aan deze vrijstelling. Het pensioenfonds is verplicht om de vrijstelling verlenen als je als werkgever hebt aangetoond dat:

  • Het gaat om een tijdige eigen pensioenregeling. 
  • De regeling over de volledige periode waarvoor vrijstelling wordt gevraagd, actuarieel en financieel gelijkwaardig is aan de regeling van het pensioenfonds.

Daar wordt in de praktijk veel te lichtzinnig mee omgegaan. Hoe vaak we niet al gezien hebben dat werkgevers denken vrijstelling te krijgen omdat ze “al jaren een eigen regeling hebben” of omdat “de eigen pensioenregeling beter is dan die van het fonds”. Zo’n veel te simpel ingestoken verzoek strandt dan. En dat is een gemiste kans.

Het verzoek moet zodanig worden opgesteld dat het bedrijfstakpensioenfonds geen reden ziet om het al op voorhand niet in behandeling te nemen. Maar ook bij een reeds lopende procedure kunnen de eisen die aan de pensioenregeling worden gesteld roet in het eten gooien. Het feit dat er veel wordt geprocedeerd over de tijdigheid van een eigen regeling geeft al aan dat het heel belangrijk is om de bewijsvoering zorgvuldig aan te vliegen. 

Over de tweede eis, de gelijkwaardigheid, struikelen ook veel verzoeken. Pensioenregelingen moeten bijvoorbeeld vaak over een langere periode gelijkwaardig worden gemaakt. Dat is vrij complex. Zeker als daar verschillende uitvoerders bij betrokken zijn. Dat vergt niet alleen actuariële kennis, maar ook kennis en ervaring van wat er bij uitvoerders technisch mogelijk is om het te realiseren. 

Pensioenfondsen zijn (overigens zeer terecht) erg kritisch op de bewijsvoering inzake de gelijkwaardigheid. Maar soms lijken ze in dit traject de werkgever te ontmoedigen door steeds maar weer aanvullende calculaties als bewijs te vragen. Daar moet je actuarieel inhoudelijk mee om kunnen gaan en ook juridisch tegenwicht tegen kunnen bieden. 

Tot slot kunnen de termijnen die in de wet staan het vrijstellingsverzoek ook de das om doen. Als je als verzoekende werkgever een termijn overschrijdt, dan zal het pensioenfonds het verzoek afwijzen. Het wrange is dat op het overschrijden van een termijn aan de zijde van het pensioenfonds geen sanctie zit. Het komt regelmatig voor dat door talmen bij het pensioenfonds, de werkgever in een soort wachtstand raakt en daardoor zelf een termijn overschrijdt. Het is van groot belang voortdurend in controle te blijven over de vrijsstellingsprocedure. 

Een vrijstellingsverzoek moet worden ingediend bij het bestuur van het pensioenfonds. Dit bestuur heeft de wettelijke taak2 om vrijstellingen te verlenen (of in te trekken). Het besluit op het verzoek is een bestuursbesluit in de zin van de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB). Dat is meestal niet de sterkste kant van een pensioenfonds. Van fouten die het pensioenfonds maakt, kan in de procedure door de werkgever gebruik worden gemaakt. 

Zodra u als werkgever de brief van het BPF ontvangt waarin wordt medegedeeld dat het bedrijf wordt aangesloten, is het van belang juridisch en actuarieel advies in te winnen zodat u de procedure onder controle houdt. Vanaf het indienen van het vrijstellingsverzoek tot aan het afgeven van de vrijstellingsbeschikking door het fonds. 

Andere vrijstellingsgronden zijn:

  • Vrijstelling in verband met groepsvorming
  • Vrijstelling in verband met eigen CAO
  • Vrijstelling in verband met onvoldoende beleggingsrendement
  • Vrijstelling om andere redenen

Wilt u weten of u gebruik kunt maken van één van de wettelijke mogelijkheden om vrijsteling te krijgen van verplichte deelname aan een bedrijfstakpensioenfonds? Neemt u dan gerust contact met ons op.

 

1 Vrijstellings- en Boetebesluit Wet BPF 2000, artikel 2 tot en met 6

Artikel 13 Wet BPF 2000


Alle expertises Alle casussen

Meer weten over dit onderwerp?

* verplichte velden

Disclaimer    |   Klachten|Algemene voorwaarden