Pensioen Advies Beheer Communicatie
Juridisch & Actuarieel Pensioenadvies

Wel of geen verplichte aansluiting? Het onderzoekspad kent veel valkuilen!

Vermoed u dat u bij een bedrijfstakpensioenfonds (BPF) hoort of wordt u aangeschreven? Dan volgt er een onderzoek. Dit onderzoek begint met een ogenschijnlijk simpel vragenformulier of formulier bedrijfsonderzoek. 

Onze ervaring is dat de vraagstelling doorgaans zo is geredigeerd dat deze vrijwel altijd leidt tot aansluiting. Op het formulier staan dan bijvoorbeeld alleen maar activiteiten vermeld die onder de werkingssfeer vallen. Omdat de werkgever meestal niet voor niets zelf twijfelt of door het BPF bent gevonden, zal daar naar alle waarschijnlijkheid wel een activiteit tussen staan die in de verplichtstellingsbeschikking staat vermeld of daaraan raakt. De werkgever kruist dit dan aan. Omdat er verder geen ruimte is om andere bedrijfsactiviteiten te vermelden, blijven deze onvermeld.

Het probleem zit hem er verder in dat het pensioenfonds ook niet vraagt in hoeverre de onderneming de activiteit verricht die wel onder de verplichtstelling valt.  En dat is wel van belang. Vaak is er namelijk een hoofdzaakcriterium aanwezig. Dit houdt in dat de onderneming pas verplicht moet aansluiten bij het fonds, als die activiteit in hoofdzaak wordt verricht.  

Omdat daar niet naar wordt gevraagd, is het gevolg dan dat op basis van het enkele feit dat is aangegeven dat de activiteit wel wordt uitgevoerd (ook al is dat in de praktijk in beperkte mate) toch wordt vastgesteld dat er verplichting tot aansluiting is. 

Maar zelfs als de werkgever op basis van het hoofdzaakcriterium verweer voert gaat het helaas vaak fout. Want wanneer is er eigenlijk sprake van “in hoofdzaak”? 

Het criterium kan bij ieder pensioenfonds anders zijn: omzet, loonsom of aantal werknemers. Talloos zijn de voorbeelden waarbij de werkgever op basis van een omzetverdelingsstaat verweer is gaan voeren, terwijl de verplichte deelname afhing van iets totaal anders zoals premieplichtig loon. Maar ook andere criteria zijn mogelijk, zoals bijvoorbeeld aan welke type eindafnemers wordt geleverd. Over het hoofdzaakcriterium is inmiddels al veel geprocedeerd. De jurisprudentie kan ook voor u van belang zijn.

Het wordt nog lastiger als het pensioenfonds in kwestie ook nog een of meerdere afdelingscriteria hanteert. Of wanneer er een concernbepaling is opgenomen en het gaat om een holdingstructuur met meerdere BV’s.  En aan welke activiteit moet u eigenlijk overheadfucnties toerekenen als er meerdere activiteiten zijn? Wat doet u met ZZP’ers of andere ingehuurde krachten? Hoe zit het met uw medewerkers die elders werken?

Een bedrijfsbezoek in het kader van onderzoek naar verplichte aansluiting kent vergelijkbare risico’s. Maar daar is de inzet vaak het verkrijgen van instemming met aansluiting.waarbij wordt gesuggereerd dat er niet aan valt te ontkomen. Een recent voorbeeld is de uitspraak tijdens zo’n bezoek dat per 1 januari de werkingssfeer was uitgebreid. De werkgever zou daarom per die datum moeten worden aangesloten.  De werkgever had zich vervolgens al neergelegd bij het feit dat vanaf 1 januari aansluiting een feit zou zijn. Totdat wij de erop wezen dat de genoemde wijziging alleen de statutaire werkingssfeer betrof. En niet die van de verplichtstellingsbeschikking!  

Onterechte aansluiting kon dus alsnog tijdig worden voorkomen.

Staat u voor dit vraagstuk? Wij zetten graag onze kennis en ervaring voor u in!


Alle expertises Alle casussen

Meer weten over dit onderwerp?

* verplichte velden

Disclaimer    |   Klachten|Algemene voorwaarden